2.0 Knooppunten en knelpunten in het tramnet
2.0.1 Knoopunten
Vanaf het prille begin heeft het Rotterdamse tramnet altijd een aantal knooppunten gekend. Plaatsen waar meerdere tramlijnen, al dan niet met andere vormen van openbaar vervoer (trein, bus en later metro) samenkwamen. En hoewel vrijwel al deze knooppunten in de loop der decennia soms ingrijpende veranderingen hebben ondergaan, zijn de plaatsen wanneer ze eenmaal als zodanig te boek stonden, bijna altijd dezelfde gebleven.
Het eerste van deze knooppunten was onmiskenbaar het Beursplein nabij het (voormalige) station Beurs. Dit plein vormde aanvankelijk het begin- en eindpunt van de meeste paardentramlijnen van de RTM. Het station Beurs was daarmee als knooppunt in aanvang aanzienlijk belangrijker dan het station Delftsche Poort, dat toch doorging voor het belangrijkste Rotterdamse spoorwegstation op de zogenaamde Oude Lijn tussen Dordrecht en Amsterdam.
Na de elektrificering van het net veranderde dat wel en uiteindelijk werd het Stationsplein bij het Centraal Station alsnog het voornaamste knooppunt. Dat neemt niet weg dat het huidige ondergrondse spoor- en metrostation Blaak op deze plaats nog steeds (of is het wederom?) een OV-knooppunt van formaat is en om die reden ook de Intercitystatus van NS heeft gekregen.
Als we het tramnet wat abstracter bezien kunnen we behalve de eerstgenoemde ook nog andere knooppunten onderscheiden, zoals het Oostplein in het oosten en het Marconiplein in het westen van de stad met dwars daarop een lijn met het Hofplein in het noorden en het Churchillplein ten zuiden daarvan.
Het Oostplein was eveneens vanaf het begin van de ontwikkeling van het tramnet een plaats die van meerdere kanten door tramlijnen werd bereikt en waar in de loop van de jaren twintig van de vorige eeuw op meerdere lijnen kon worden overgestapt.
Het Marconiplein kreeg deze functie eerst later, nadat de ontwikkeling van de woningbouw in dit westelijke deel van de stad meer vorm had gekregen.
Het Hofplein was voor de Tweede Wereldoorlog iets oostelijker dan thans gesitueerd (ongeveer waar nu het Pompenburg is), terwijl de locatie van de kruising van de Schiekade en de Coolsingel in die tijd als het Slagveld werd aangeduid. Dat nam niet weg dat hier al vanaf 1905 steeds meer tramlijnen samenkwamen, maar dat ook het steeds drukker wordende verkeer op deze plaats een toenemend probleem ging vormen. Feitelijk dient bij het Hofplein ook de kruising met de Diergaardelaan en de Stationsweg en later zeker ook de kruising Kruiskade-Coolsingel te worden gerekend. In dit verband sprak men in de dertiger jaren zelfs al van het ‘Hofplein-vraagstuk’. Een vraagstuk dat eerst definitief zou worden opgelost na de Tweede Wereldoorlog, maar dat nam niet weg dat dit plein ook daarna nog steeds een centraal knooppunt in het tramnet bleef.
De route Schieweg – Schiekade – Coolsingel – Schiedamsedijk – Erasmusbrug wordt tegenwoordig ook wel aangeduid als de ‘stadsas’. Op deze ‘stadsas’ bevindt zich op de kruising van de Coolsingel met de Blaak en de Westblaak tegenwoordig het Churchill-plein. Mede omdat hier (onder de grond) twee metrolijnen (met de stations Beurs en Churchillplein) elkaar kruisen en omdat (bovengronds) meerdere tramlijnen over dit plein rijden kan dit ook als OV-knooppunt worden beschouwd. Eigenlijk moeten we in plaats van ‘ook’ zeggen ‘nog steeds’, want vóór de Tweede Wereldoorlog lag op nagenoeg ditzelfde punt het Van Hogendorpsplein en dáárvoor de Binnenwegsche brug waarover zich in het begin van de paardentramtijd twee drukke lijnen over enkelspoor wurmden. In de volksmond werd dit Van Hogendorpsplein ook wel het Calandplein genoemd, naar het gelijknamige monument dat daar toen nog stond. Dit Van Hogendorpsplein vervulde ook toen al de rol van knooppunt van vooral tramlijnen.
Als knooppunt kon/kan ook het Eendrachtsplein worden beschouwd. Nu een kruising van twee tramlijnen en de metrolijnen A, B en C, maar voor de komst van de metro reden hier niet alleen 5 tramlijnen (4, 5, 11, 14, 17), maar was er ook het nabijgelegen autobusstation aan de Jongkindstraat, vanwaar meerdere RET-bus-lijnen vertrokken naar de linker Maasoever.
Niet zozeer een echt knooppunt, maar wel als een drukke plaats van tramlijnen zou men de voormalige situatie bij de Zeevischmarkt kunnen zien. Na het bombardement van 1940 en de demping van de Blaak bleef deze locatie (nu als kruising van de Blaak met de Posthoornstraat) tot aan het metrotijdperk bestaan als overstappunt.
Hetzelfde gold lange tijd voor de in de volksmond genoemde plek Hillesluis op de linker Maasoever. Op deze plaats waar de West-Varkenoordseweg, de 2de Rosestraat, de Beijerlandselaan, de Hilledijk en de Putselaan elkaar ontmoetten kwamen alle tramlijnen (2, 3, 9, 12) op Rotterdam-zuid bijeen om via dezelfde route (Oranjeboomstraat, Koninginnebrug en Willemsbrug) naar “de stad” te rijden, dan wel om komende vanuit die stad naar verschillende punten “op zuid” uit te waaieren. Bovendien splitsten de RTM-smalspoor-lijnen naar respectievelijk Voorne en Putten en de Hoekse Waard zich op dit punt. Gedurende een korte tijd na de oorlog kwamen hier zelfs reizigerstreinen met werklieden voor o.a. de RDM voorbij.
Ook niet een echt knooppunt, maar wel als een belangrijk overstappunt kon het Stieltjesplein worden beschouwd. Vanaf de op dit plein halterende RET-tramlijnen kon worden overgestapt op de RTM-trams naar de Zuid-Hollandse eilanden, die vanuit de nabij gelegen Rosestraat vertrokken.
Een tamelijk nieuw OV-knooppunt vormt het spoorwegstation Schiedam-Centrum, waar niet alleen aansluiting op veel buslijnen en sinds 2002 de metro wordt gegeven, maar waar sinds 2008 ook de tramlijnen van en naar Vlaardingen-Holy en Schiedam-Woudhoek komen.
Daarnaast vervullen enkele andere plaatsen in de Stadsregio nog een rol als OV-knooppunt, zoals de metrostations Zuidplein en Kralingse Zoom en het metro- en NS-station Rotterdam-Alexander. Op die plaatsen speelt echter de bus in combinatie met metro en/of spoor in plaats van de tram, een grote rol.