Feest met de RET
Nee, geen 100 of 175-jarig bestaan, maar meer de deelname aan feesten dan wel het leveren van een bijdrage aan het geheel. Een maatschappelijke organisatie die uit het leven van alle dag niet is weg te denken heeft zo nu en dan zijn verplichtingen.
Het was dan ook niet zozeer de particuliere RETM maar de gemeentelijke RET die op deze wijze, met name in de jaren dertig en veertig van de 20-ste eeuw, deelnam aan door anderen georganiseerde feestelijkheden.
VVV
De VVV was een van de hoofdrolspelers. De RET en de VVV hadden elkaar reeds gevonden in de organisatie van rondritten, waarvoor de RET in 1931 2 speciale bussen met een open dak aanschafte. Vanaf 1934 ging de VVV rond de 31ste augustus, Koninginnedag, speciale feestweken organiseren om toeristen naar de stad te lokken alsmede om de Rotterdammers te plezieren. Natuurlijk was de RET daarbij ook van de partij.
Centrum van de gebeurtenissen waren de Vischmarkt en de Schiedamschedijk. Anders dan de Coolsingel en het Van Hogendorpsplein waren die locaties meer verbonden met het Rotterdamse idee van feesten.
In een van de krantenartikelen uit die tijd lezen we: Veel werk is er op de Dijk van de versieringen gemaakt. De Dancing Alcazar heeft nu als ingang een Chinese Tempel, badend in een zee van licht en de Dancing Cosmopoliet heeft boven haar ingang draaiende lichtwieken te midden van de andere kleurige lampen. Huis aan huis zijn de café’s kostelijk met vlaggen en groen versierd. Het schijnt een wedstrijd te zijn geworden om boven elkaar uit te blinken. Café De Stad Embden is in een Beiers Bierhuis omgetoverd, de Bar van Betsy wedijvert in bloemen en vlaggentooi met de Shimmey Bar en deze weer met de Ocean Bar en deze op haar beurt met de Narvic Bar. Maar ook Het Paard in de Wieg en Het Neusje van de Zalm deden mee. De beide gevels zijn bedolven onder 12.000 papieren rozen, een werk door de werkloze A. G. Meertens met geduld en smaak uitgevoerd.
De (Schiedamsche)Dijk stond tenslotte al jaren bekend als het centrum van onder meer de Oranjefeesten uit de tijd dat er nog geen elektriciteit was!
1934
De RET had in 1934, de feestweek duurde van 30 augustus tot 9 september, een paardentramlijn met 2 oude paardetrams van de Vischmarkt over de Schiedamschedijk naar de Eendrachtsweg georganiseerd. Gestopt werd aan alle reguliere haltes van lijn 18.
De gesloten 514 en de open 296 hadden voor de statiefoto’s eerst nog hun opwachting gemaakt op het kopspoortje op de Schieweg dat het jaar daarvoor in gebruik was genomen door lijn 6.
In het kader van de festiviteiten was ook een oude namaak-stadspoort opgericht.
Dat het geheel en succes was bleek uit het aantal vervoerde passagiers; in totaal werden door de rijtuigen 296 en 514 in een 20-minutendienst 23.860 passagiers vervoerd. Daarnaast reed ook de oude paardenomnibus 111 mee in een grote historische verkeersoptocht.
1935
Ook in 1935 was De Dijk weer optimaal versierd om aan de Koninginnedag en de feestweek bij te dragen. Op de Vischmarkt waren zelfs grote houten schepen gebouwd.
De RET herhaalde de ritten van het jaar daarvoor maar had nog iets extra’s bedacht.
Het jaarverslag meld dat “Voor de VVV-week werden op de trucks van twee volgwagens der serie 1261-1290, twee reddingsboten gemonteerd.”
Met paarden bespannen reden deze boottrams op de inmiddels bekende route over de Schiedamschedijk, zij het niet met evenveel succes als de ‘echte’ paardentrams. Dat had alles te maken met het zo nu en dan slechte weer waardoor er veel water in de sloepen bleef staan.
Ook dit jaar werd er op Koninginnedag een historische optocht georganiseerd waaraan de paardenomnibus 111 meedeed. En niet zonder succes want de daaraan verbonden wedstrijd leverde de 2e prijs op!
Ook de nieuwe zojuist afgeleverde GMC-bus nummer 50 (later te vernummeren in 49) en de Krupp bovenleidingmontagewagen reden feestelijk versierd mee in de stoet.
Dat de VVV-weken een succes waren was duidelijk. De RET deelde daarin mee want waar bijvoorbeeld buslijn A op een normale zondag goed was voor ca. 4000 à 5000 passagiers, werden op de 8e september 14.000 passagiers vervoerd. De zaterdag ervoor bedroeg dat aantal zelfs 17.000. Het vervoer over het gehele net lag 15% boven het gemiddelde.
Alleen de paardentram en de reddingboten, vielen met een opbrengst van fl. 1.500,- tegen.
Meer feest
In 1938 steeg het vervoer in de feestweek van 31 augustus tot 8 september zelfs tot 2.181.000 passagiers, ruim 630.000 meer dan in dezelfde periode het jaar ervoor.
Maar ook bij andere bijzondere gelegenheden was de RET actief.
Zo vormden de rondritten altijd probaat middel om passagiers te werven.
Blijde gebeurtenissen rond het Koninklijk Huis waren altijd aanleiding om de stad feestelijk te versieren. Wat was dan leuker dan dat door die feestelijk verlichte stad een rondrit te maken? Zo werden ter gelegenheid van het huwelijk van prinses Juliana en prins Bernhard van 4 tot 8 januari 1937 tijdens de avonduren dergelijke rondritten gemaakt, net zoals tijdens de geboorte van prinses Beatrix, van 31 januari tot 6 februari, en het 40-jarig regeringsjubileum van koningin Wilhelmina van 31 augustus tot 9 september 1938.
Niet alleen reden in die week dag en nacht bussen tussen Den Haag en Rotterdam, maar ook voor de rondritten was een enorme belangstelling. Op de zaterdagavond stond een lange rij mensen op de Zuidblaak vanaf het Beursplein tot de Posthoornsteeg, zo meld het Rotterdamsch Nieuwsblad van 5 september 1938.
Voorafgaand aan de feestweek in 1938 had de R.E.T. zoals gebruikelijk vanaf 1 juli tot 31 augustus in samenwerking met de V.V.V. ook weer de jaarlijkse rondritten georganiseerd. Aanvangend op het Beursplein reed elke dag om 14.30 een bus die inmiddels een wat aangepaste route had gekregen.
Ook ter gelegenheid van de bevrijding en het feit dat de RET weer kon beschikken over een wagenpark werd op 31 juli 1945 een feestrit georganiseerd met paardentramomnibus 111, paardentram 296, motorwagen 218 en de open bijwagen 284.
1938 en 1948
Ter gelegenheid van het veertigjarig regeringsjubileum van Koningin Wilhelmina in 1938 had personeel van de RET in schaal 1 op 18 een model van het stoomschip de Nieuw Amsterdam gemaakt op het chassis van een vierasser. Het was door de gehele stad te bewonderen.
Daarnaast waren een aantal oude motorrijtuigen officieel tot museumrijtuig bevorderd en ook in een zodanige staat gebracht. Deze motorrijtuigen, de 1, 11, 86 met het aanhangrijtuig 327 en 119 met het aanhangrijtuig 284 reden feestelijk versierd door de stad.
Ook het vijftigjarig regeringsjubileum in 1948 was aanleiding tot min of meer een herhaling van hetgeen in 1938 was georganiseerd. De motorrijtuigen en aanhangrijtuigen 1, 11, 86 + 327, 119 + 284 reden hun rondjes door de stad en bovendien kon het 2 maanden daarvoor in dienst gestelde nieuwe naoorlogse stel de Allan 571 met aanhangrijtuig 1021 meerijden, evenals de beide paardentrams. Ditmaal onder lijnnummer 50 vingen de ritten aan op 31 augustus. De “Jubileum-Feestritten” duurden tot 5 september en werden op 6 september vervangen door “Inhuldigings-Feestritten”. De koersborden werden gewijzigd, waarbij het lijncijfer “50” en de “W” werden vervangen door de “J”. Al deze ritten die, in verband met de in de hele stad ontstoken feestverlichting tot in de avond voortduurden, trokken zoveel reizigers dat zich regelmatig bij de diverse haltes forse rijen vormden.
Betrekkelijk
De betrekkelijkheid van het woord ‘feest’ laat echter ook andere evenementen toe aan dit artikel, zoals bijvoorbeeld de bijzondere Feestrit die op 24 augustus werd georganiseerd naar aanleiding van het éénjarig bestaan van de Stichting Tram Archief in 1946.
De combinaties van motorrijtuig 11 met aanhangrijtuig 327, en motorrijtuig 119 met aanhangrijtuig 284 maakte een rondgang door de stad waarbij ook de linker Maasoever werd aangedaan.