De RET busgeschiedenis in de periode 1991-2005
De teksten van deze artikelenserie zijn grotendeels gebaseerd op door Carel Scholte geschreven verhalen.
Voor meer foto’s klik hier
Voor meer technische informatie klik hier
De experimenten van de jaren negentig
Ook in 1991 ging het testen en experimenteren door. Van 24 tot 26 oktober kwam de Neoplan lagevloer Minibus N8012 die werd ingezet op de lijnen 36 en 45.
De metrobus
De RET huurde voor de nieuw op te zetten metrobus lijn 43 van Schenkel metro naar het IJsselland Ziekenhuis een midi-bus bij de ZWN voor de periode van 21-08-1995 t/m 09-06-1996.
Vanaf 10-06-1996 ging de RET met eigen materieel deze lijn rijden; de van de Intra Stads Lijn werkeloos geworden DAB servicebus 704 werd de vaste bus van lijn 43.
De Metrobus lijn 43 heeft dienst gedaan van 21-08-1995 t/m 31-05-1999.
Voor een nieuw op te zetten metrobus lijn 64 in Rhoon huurde de RET voor de periode van 21-08-1995 t/m 09-06-1996 een midi-bus bij ZWN.
Omdat de RET vraag en aanbod beter op elkaar wilde afstemmen werd er ook naar eigen materieel voor deze lijn gezocht. Dat werd gevonden in de vorm van een Berkhof Dennis Dart midi-bus die ging proefrijden van 01-12-1995 t/m 15-12-1995. De keuze viel echter niet op deze bus.
De RET Peugeot Business 2002 midi-bus 115 kwam daarom vanaf 09-06-1996 de bij de ZWN gehuurde 6578 (RET 124) vervangen.
De Metrobus lijn 64 heeft dienst gedaan van 21-08-1995 t/m 31-05-1999.
Per 01-06-1999 werden de lijnen 64 en 65 gecombineerd en de Peugeot 115 bleek op sommige momenten te klein voor het passagiers aanbod. Dat werd opgelost door een Mercedes Benz Sprinter /Custers midi-bus 116 die op 16-11-1999 de krakende en zuchtende Peugeot 115 kwam vervangen.
De Peugeot-Business 2002 autobus 115 is op 28-11-2005 afgevoerd en de Mercedes Sprinter/Custers 116 op 15-8-2006.
Het Directbus project
De RET huurde bij BOVA van 06-04-1992 t/m 30-06-1992 twee bussen voor het nieuwe Directbus project. De bussen droegen de wagenparknummers 209 en 232.
Vanaf 30-06-1992 kwamen twee nieuwe BOVA’s de gehuurde wagens vervangen, deze wagens werden in het RET wagenpark opgenomen onder de nummers 120 en 121.
Na het beëindigen van het Directbus project op 17-1-1994 zijn de wagens naar het RET evenementen vervoer gegaan, het latere RET-TOURS.
RET Tours
Een aparte tak van de RET vormde het evenementenvervoer. Het daarvoor beschikbare wagenpark bestond uit slechts 1 autobus, een gehuurde BOVA van BOVOTOURS. Daar er altijd werk was voor deze autobus waren de twee BOVA’s van het Directbus project een welkome aanvulling op het wagenpark van het evenementenvervoer. De BOVA nummer 1 werd niet meer gehuurd maar gekocht en in de nieuwe huiskleur gespoten en vernummerd in 101.
Hoewel het evenementenvervoer goed liep werd om diverse redenen toch besloten tot beëindiging. Protesten en veel overleg hadden in februari 1997 als resultaat dat onder de naam RET Tours een doorstart zou plaatsvinden. Later zou blijken dat niet elke verandering een verbetering zou zijn.
Eén van de activiteiten van RET Tours betrof stadsrondritten.
Toen net na de oorlog de wederopbouw van Rotterdam begon bood de RET in de zomermaanden onder de naam ‘Wederopbouwritten’ stadsrondritten die een enorm succes waren.
Later werden ook de zogeheten Europoortritten gereden die een blik gaven op de ontwikkeling van de industrie en ook werden in samenwerking met de VVV andere rondritten verzorgd.
In de zomer van 1995 kreeg de RET er echter een attractie bij: DE ROTTERDAM TOURIST HOPPER.
Het betrof een echte Berlijnse dubbeldekker, die driemaal daags 10 Rotterdamse bezienswaardigheden aandeed.
Toen de MAN van de Berliner Verkehrs Betriebe (BVG) waarmee de ritten werden gereden werd overgenomen, was de bus 16 jaar oud en stond er 800.000 km op de teller. Waggon Union maakte de zelfdragende SD opbouw met 47 zitplaatsen boven en 34 zitplaatsen onder.
De 4 meter hoge bus had een 192 DIN-pk MAN motor. Het voertuig heeft dienst gedaan tot 2001.
Andere activiteiten betroffen scholierenvervoer en rolstoelvervoer.
In 2003 werd gelet op de taak van de RET besloten RET Tours op te heffen. De activiteiten zijn in 2004 voortgezet door RMC Toure en Vreugde Tours.
De lagevloer Alliance
In 1996 en 1997 worden er 35 lagevloerbussen door de RET op de weg gebracht. Een in gezamenlijke samenwerking door de RET en Den Oudsten Bussen B.V. ontworpen bus, waarin optimaal comfort, techniek en veiligheid hand-in-hand gaan; de Den Oudsten Alliance City B96 – die bij de RET onder de wagenparknummers 801-835 in gebruik werden genomen.
De Alliance is de eerste van een nieuwe generatie voertuigen die er, in combinatie met andere openbaar vervoeracties en maatregelen, voor moet zorgen dat meer reizigers gebruik gaan maken van het openbaar vervoer.
Nieuw is ook de wijze waarop de lagevloerbus tot stand is gekomen. Waar de RET in het verleden te maken had met verschillende leveranciers voor o.a. chassis en carrosserie, is nu gebruik gemaakt van één leverancier.
Een belangrijk gegeven is de lage vloer die het in- en uitstappen moet vergemakkelijken.
De instaphoogte van de bus is 34 cm en in ‘geknielde’ toestand slechts 26 cm.
Het grote verschil met andere bussen zit ‘m vooral in het ontbreken van meerdere treden.
We kijken weer even naar de vele verkoopargumenten:
“Met de komst van de nieuwe bus is een einde gekomen aan een tijdperk. Het interieur heeft een vormgeving die aansluit op de verwachting van de moderne reiziger: licht, vriendelijk en uitnodigend. Door het gebruik van nieuwe materiaalsoorten en kleurcombinaties doet de bus luxe aan. In ergonomisch opzicht voldoet de bus volledig aan de eisen die vandaag de dag aan bussen voor personenvervoer worden gesteld. Dat geldt voor zowel de reiziger als voor de chauffeur. Het zitmeubilair biedt de reiziger een comfortabele zit, die tegemoet komt aan de eisen die het beruchte Rotterdamse wegdek stelt. Het comfort is vergelijkbaar (en afgeleid) van de stoelen zoals die vandaag de dag in personenauto’s worden toegepast. De cabine van de chauffeur is ingericht volgens de normen die zijn opgesteld door het Nederlands Instituut voor Arbeidsomstandig- heden (NIA). De nieuwe chauffeursstoel (Savas, type Nyström) is door een chauffeurscommisie uitgezocht, mede op basis van de uitkomsten van TNO-onderzoek. Bedieningsinstrumenten zijn overzichtelijk gegroepeerd en bevinden zich binnen handbereik van de chauffeur. Het separatieschot achter de chauffeur is van transparant glas, waardoor de chauffeur een beter zicht heeft op wat er achter in de bus gebeurt.
Door het gebruik van nieuwe materiaalsoorten voor vloer, wanden en zitmeubilair maar ook door de ‘zwevende’ bevestiging van de stoelen wordt het schoonmaken van de bus eenvoudiger. Een belangrijk bijkomend voordeel is, dat uit onderzoek is gebleken, dat een luxe ogende en schone bus ook respect afdwingt bij mensen die het niet zo nauw nemen met andermans eigendommen. Het begrip schoon heeft bij deze bus ook nog een andere belangrijke betekenis. De bus voldoet aan de laatste Europese eisen (Euro 2) voor wat betreft de uitstoot van de uitlaatgassen en het daarmee verband houdende brandstofverbruik.”
De nieuwe bus was uitgerust met een digitaal haltesysteem, informatiesysteem en afroepsysteem. Op het routebord dat dwars bovenin de bus is bevestigd werden de haltes aangegeven en de haltenaam werd automatisch omgeroepen. Het informatiesysteem was flexibel aan te passen aan veranderde routes of tijdelijke omleidingen.
Maar ook aan deze groen-witte serie kwam een einde.
In 2010 ontving de afdeling controle (CBA) een verbouwde Alliance uit de 800-serie.
Per 25 maart 2011 werden de volgende bussen afgevoerd naar WOMY Moerdijk; 803, 810, 817, 825, 830, 831, 832 en 835. Op 1 juli 2011 werden de 804, 805, 806, 807, 809, 811, 812, 815, 820, 823 en 833 afgevoerd naar WOMY Moerdijk.
De volgende bussen uit de 800-serie zijn nog in dienst.
Op 13-10-2011 zijn dat de 801,802, 808, 813, 814, 816, 818, 819, 821, 822, 824, 826, 827, 828 en 829.
Deze wagens worden nog ingezet bij trampendels en metropendels maar ook nog op de gewone lijndienst. ?
Hybride
De groene tijdsgeest opende de ogen voor meer milieuvriendelijke producten. Zo ook op busgebied. Er kwam een proef met een hybride lagevloerbus gericht op een duurzame toekomst.
De hybridebus kwam tot stand gekomen in samenwerking met Den Oudsten bussen, Fokker Special Products en Traxix Slikkerveer en is een initiatief van het Project Innovatie van de gemeente Rotterdam (PIR).
De kosten voor de ontwikkeling van deze bus (6 miljoen gulden) werden mede gesubsidieerd door het Thermie-programma van de Europese Gemeenschap en het Ministerie van Economische Zaken.
Bovendien werd het project aangemerkt als een onderdeel van het programma Duurzame Stad.
De bus wordt hybride genoemd omdat er gebruik wordt gemaakt van twee verschillende aandrijftechnieken. De wielen worden aangedreven door een elektromotor en de dieselmotor zorgt dat de accu’s blijven opladen.
Door het gebruik van een elektromotor maakt de bus veel minder geluid. De dieselmotor zit ingepakt in een geïsoleerde kast, zodat ook dit geluid wordt gesmoord.
Een elektromotor geeft geen uitstoot van schadelijke stoffen zoals een verbrandingsmotor door benzine of diesel wel doet. Hierdoor alleen al is deze bus erg milieuvriendelijk. De dieselmotor draait steeds stationair zodat de afstelling voor verbruik optimaal en de uitstoot minimaal kan zijn en daardoor schoner is. De dieselmotor in deze bus is ook nog eens 2x zo zuinig in het brandstofgebruik. De energie die vrijkomt door het gebruik van de dieselmotor wordt opgeslagen in de accu’s voor gebruik door de elektromotor.
De bus is opgebouwd uit kunststof sandwichpanelen die ontwikkeld zijn in de vliegtuigindustrie. Deze panelen zijn sterk en bovendien licht. Hierdoor is de hybridebus 25% lichter dan een gewone stadsbus. De belasting van de ondergrond is daardoor een stuk minder. Dat is mooi meegenomen op de zachte bodem in de regio Rotterdam!
De hybridebus is twee meter korter dan een gewone stadsbus. De bus heeft een iets minder aantal zitplaatsen. Verder voldoet deze bus aan alle comforteisen, zoals een lage vloer over de hele lengte van de bus. Dit vergemakkelijkt de instap en doorloop
Presentatie
Na een presentatie op de Wereldhavendagen van 5-7 september 1997 in Rotterdam is op 12 december van dat jaar de 901 officieel overgedragen aan de R.E.T. nadat dit pronkstuk van Nederlands fabricaat (Den Oudsten Bussen, Fokker Special Products en Traxis Slikkerveer) eerst op diverse vervoer evenementen was gepresenteerd.
Na diversen aanpassingen en modificaties moest de bus weer opnieuw worden gekeurd. Tijdens de keuring in mei 1998 bij de R.D.W. te Lelystad is de 901 bij de helling proef door oververhitting in brand gevlogen en bijna geheel uitgebrand.
De uitgebrande autobus is op een dieplader van de R.D.W. te Lelystad naar Fokker Special Products te Hoogeveen gebracht. En na onderzoek werd besloten de bus weer opnieuw op te bouwen.
Een jaar later op 30 november 1999 werd de Hybride X97 autobus 197 afgeleverd.
Maar ook dit keer ondervond de proef de nodige tegenslagen.
Op een paar proefritten na en een enkele poging om een dienstrit te rijden op lijn 32, heeft de 197 van januari 2000 tot november 2003 in de garage gestaan met problemen.
In november 2003 is de 197 verkocht aan e-Traction te Apeldoorn.
Groen-wit verdwijnt
In 2001 nam de RET 45 spiksplinternieuwe Den Oudsten DAF Alliance City B96 autobussen in gebruik. Deze vormden samen de serie 901 – 945. Oorspronkelijk zou de serie uit zeventig bussen bestaan maar het faillissement van de firma Den Oudsten gooide roet in het eten waardoor de 946-970 voertuigen nooit zijn geleverd. Wel heeft Berkhof Heerenveen er nog voor gezorgd dat de wagens 939-945 nog afgebouwd konden worden.
Optimaal comfort, uitgerust met de nieuwste techniek en voldoend aan de hoogste veiligheidsnormen. De Alliance B96 van busfirma Den Oudsten was de tweede generatie voertuigen die er in combinatie met eerder genoemde verbeteringen voor moest zorgen dat meer reizigers gebruik zouden gaan maken van het openbaar vervoer.
Ook deze nieuwe bus van de Alliance serie had een comfortabele instap. De nieuwste techniek zorgde er bovendien voor dat de juiste hoeveelheid brandstof naar de motor werd gevoerd, wat voor minder vervuilde uitlaatgassen zorgde.
Ter verbetering van de toegankelijkheid en doorstroming van de reizigers was de bus uitgevoerd met drie deuren van het type zwenk- schuifdeur dir voor de passagiers minder belemmering opleverden.
Net als de vorige serie beschikte ook deze Alliance over een digitaal halte informatiesysteem. Met een halteaanduiding werden reizigers op de hoogte gehouden van de reis. Het systeem was eenvoudig aan te passen voor bijvoorbeeld tijdelijke omleidingen of veranderde routes.
Op 16-10-2011 is de hele serie 901 – 945 nog in dienst.
naar artikel 1927-1937
naar artikel 1938-1945
naar artikel 1946-1956
naar artikel 1957-1966
naar artikel 1967-1982
naar artikel 1982-1990
naar artikel 2006-heden