Wegvervoer

Van toeren met de RET tot RET-Tours

Vanaf de allereerste busserie die in 1928 door de RET werd aangekocht heeft het bedrijf zich beziggehouden met toeristisch vervoer.
Twee Krupp-Allan bussen werden speciaal voor dat doel gekocht voorzien van een enorm open dak.
De twee voor toerritten bestemde wagens, die eveneens een carrosserie van Allan hadden, bezaten een open schuifbaar roldak en droegen aanvankelijk de parknummers101 en 102.
Vanaf 1930 werden er in de zomermaanden dagelijks rondritten mee georganiseerd in de zich nog steeds uitbreidende stad. Door de crisistijd werd de behoefte daaraan steeds minder en tenslotte werden in 1937 de 101 en 102 vernummerd in 47 en 48 en in 1938 werden zij voor de normale lijndienst verbouwd, waarbij het roldak werd verwijderd.
De rondritten bleven echter in de zomermaanden tot aan de oorlog een interessant uitje voor zowel toeristen als Rotterdammers.

De Krupp-Allan toerbus 101 met open dak.

De Krupp-Allan toerbus 101 met open dak.

 

Na de oorlog
Na de oorlog brak een geheel andere situatie aan. In Rotterdam werd gebouwd en de stad veranderde met de dag. Puinhopen verdwenen en nieuwe gebouwen rezen uit de grond. Niet alleen in het centrum op de Coolsingel en de Blaak, maar ook in de buitenwijken waar de enorme woningnood leidde tot vele nieuwbouwprojecten. Daarom werden er vanaf 1946 Wederopbouwritten georganiseerd, waarbij geïnteresseerden per bus langs de diverse bouwprojecten werden gevoerd. Voor dit doel werden, de materieelsituatie was niet bepaald rooskleurig, Kromhout-Verheul bussen uit de serie 71-138 gebruikt
Eerst met de komst van de nieuwe Saurer serie 201-260 kon voor de wederopbouwritten op uitgebreide schaal van deze serie gebruik worden gemaakt.

Met de aanschaf van de Holland-Saurer was een einde gekomen aan het Saurer tijdperk bij de RET en werd besloten over te gaan op de aanschaf van autobussen met Kromhout-motoren. De carrosserieën werden gebouwd door Hainje. Het eerste tiental werd genummerd 701-710 en telden 37 zit-en 47 staanplaatsen. De laatste twee, genummerd 711 en 712, waren semi-toerwagens en beschikten over 45 zitplaatsen, waaraan in lijndienst 26 staanplaatsen werden toegevoegd.

Bus 712, toerbus, Kromhout-Hainje, tijdens een van de VVV sightseeing ritten, Coolsingel, 1969

Bus 712, toerbus, Kromhout-Hainje, tijdens een van de VVV sightseeing ritten, Coolsingel, 1969

Van de volgende bestelling in 1960 van 30 stuks zouden er 20 tot de hier besproken serie behoren. Zij kregen de parknummers 750-759 en 730-739. Wat het aantal plaatsen betreft, wijken de nummers 730-732 af; zij hebben met het oog op toergebruik 47 zitplaatsen, waaraan in lijndienst 34 staanplaatsen worden toegevoegd, terwijl de overige wagens evenals die van de vorige groep 35- zit en 60 staanplaatsen hebben. Ten gevolge van een ernstige botsing op de Maasbrug, waarbij wagen 732 als total-loss moest worden afgeschreven, werd deze bus in 1966 afgevoerd. In zijn plaats werd bus 734 voor toergebruik ingericht met 47 zit- en 34 staanplaatsen.

De komst van de Leyland-Panther
In 1963 werd een bestelling geplaatst van 66 autobussen, waarvan 28 stuks behalve voor de lijndienst ook als toerwagens gebruikt zouden kunnen worden en 38 stuks uitsluitend voor lijndiensten zouden worden bestemd. Als prototype werd in 1964 autobus 201 in dienst gesteld.
Tegen het einde van het jaar was het grootste gedeelte van de aanwezige standaardbussen met deze voorzieningen – die overigens slechts op bepaalde lijnen werden benut – uitgerust. Bovendien werden de 498, 499 en 500 in 1971 ook aan de linkerzijde voorzien van tweepersoonsbanken zodat het aantal zitplaatsen van 33 naar 41 steeg. Men wilde deze wagens in het zomerseizoen inzetten bij de Europoort -rondritten. Een initiatief waarmee men in 1967 van start was gegaan en dat bij het publiek erg in de smaak bleek te vallen.
Om een aaneengesloten reeks te verkrijgen werd in december van hetzelfde jaar de 500 vernummerd in 497 (zodat de 497-499 nu semitoerwagens waren) en de 497 op zijn beurt in de door brand vernielde 463.
Naast grote materiële schade was er bij dit laatste ongeval ook een zestal gewonden te betreuren. In 1978 werd het aantal zitplaatsen van de 497 en 498 teruggebracht van 41 naar 33. In hun plaats werden namelijk de veel recenter in dienst gekomen 723 en 724 als semitoerwagens aangewezen. In het jaar daarop hadden de eerste honderd standaardbussen van de RET een dusdanige leeftijd bereikt, dat ook minder belangrijke aanrijdingen gemakkelijk een aanleiding tot afvoeren konden gaan vormen.

Een van de vele CSA-1 standaardbussen, Stationsplein, bus 549, in de reguliere dienst op lijn 33.

Een van de vele CSA-1 standaardbussen, Stationsplein, bus 549, in de reguliere dienst op lijn 33.

Van de in totaal 436 CSA-1 standaard autobussen in de diverse series waren de 723 en 724 ingericht als semitoerwagens en hadden 44 zitplaatsen.

Binnen de tweede serie standaardbussen leverde Hainje voor toerritten twee aangepaste bussen aan de RET die in 1986 in dienst kwamen. Zij hadden 44 zitplaatsen en één uitstapdeur en kregen de wagenparknummers 319 en 320.

RET-TOURS

Behalve de hiervoor al genoemde voor rondritten en voor bijzonder- en groepsvervoer aangepaste bussen uit de grotere series lijnbussen bezat de RET van 1963 tot 1973 over één speciale VIP-bus, met het toepasselijke wagenparknummer 1.

Voor evenementen- en groepsvervoer bestond ook bij de RET een zekere vraag, waartoe van BOVO-Tours een touringcar werd gehuurd. Deze bus werd later door de RET aangekocht, werd gespoten in de nieuwe groen/witte huisstijl en kreeg eveneens het nummer 1, later gewijzigd in 101. Voor het DirectBus-project huurde de RET bij BOVA in 1992 twee bussen, die later dat jaar werden vervangen door twee nieuw aangekochte BOVA touringcars, die in het RET-wagenpark werden opgenomen met de nummer 120 en 121.

RET, evenementenvervoer, bus 1, een gehuurde BOVA van BOVATOURS. Coolsingel

RET, evenementenvervoer, bus 1, een gehuurde BOVA van BOVATOURS. Coolsingel

Het DirectBus-project werd met steun van Verkeer en Waterstaat opgezet om het autoverkeer terug te dringen in het zuidelijk havengebied van Rotterdam. Het project was een samenwerkingsverband met de openbaar vervoerbedrijven RET, ZWN, WestNederland en de particuliere buisondernemingen De Jong Tours en Vermaat. De nieuwe buslijnen verbonden werkgebieden als de Waalhaven en het oostelijk Botlekgebied met woonkernen in onder meer Rotterdam, Spijkenisse, Schiedam en Hellevoetsluis. Voorheen ontbrak tussen deze gebieden behoorlijk openbaar vervoer. DirectBus bood luxe; ruime stoelen, zitplaatsgarantie en een dienstregeling die was afgestemd op de werktijden van de reizigers. De belangstelling viel echter tegen en nadat het DirectBus-project op 17 januari 1994 werd beëindigd gingen deze twee bussen naar het RET-evenementenvervoer.

In 1995 werd het evenementenvervoer binnen de RET ondergebracht in een speciale tak van het bedrijf, RET-Tours. Aanvankelijk met niet al te veel succes, want een jaar later leek het experiment te zijn mislukt. In 1997 werd in afgeslankte vorm een doorstart gemaakt, die wel succesvol bleek te zijn.

Een bijzonder bus was bus 122. Deze van de Berliner Verkehrs Betriebe (BVG) overgenomen 16 jaar oude dubbeldekker deed vanaf de zomer van 1995 dienst als Rotterdam Tourist Hopper, die driemaal daags tien Rotterdamse bezienswaardigheden aandeed.  Ook deed deze 4 m hoge bus dienst als Rotterdam Air(port)bus. In 2001 werd deze unieke bus afgevoerd. Een van Samberg Reizen uit Gorssel overgenomen DAF die onder nummer 123 in het RET(Tours) wagenpark was opgenomen deed in een specialer uitmonstering dienst spelersbus van de voetbalvereniging Sparta. 

Bus 123, sparta spelers bus, RET Tours, gekocht van Samberg en later verkocht aan RMC, (foto: Carel Scholte)

Onder de nummers 124(II) en 125(II) kwamen in 1995 twee MAN/Berkhof touringcars, waarvan de 124 ook enige tijd in een speciale Rotterdam City of Sports uitmonstering rondreed. In 1998 kwam een DAF/Smit touringcar met parknummer 126 de vloot van RET-Tours versterken, terwijl van Vreugde-Tours nog een DAF/Bova Futura was gehuurd met het wagenparknummer 100.

Naast de touringcars voor RET-Tours bezaten de RET en RET-Tours ook een wisselend aantal mini- en midi-bussen. Behalve voor groepsvervoer werden deze busjes ook op enkele bijzondere en minder drukke lijnen ingezet. Zo was er voor de in 1995 ingestelde buslijn 64 , de Metrobus Rhoon, huurde de RET in eerste instantie een van de ZWN gehuurde DAF midi-bus, die het park-nummer 124(I)  kreeg toebedeeld.  Bij het zoeken naar eigen materieel voor dit bus-lijntje werd in december 1995 nog een proef genomen met een Dennis Dart/Berkhof midi-bus, doch de keuze viel niet op dit model. In juni 1996 werd op deze lijn een Peugeot Business minibus met nummer 115 in gebruik genomen. Nadat lijn 64 medio 1999 was gecombineerd met lijn 65 naar het Deltaziekenhuis, werd de 115 vervangen door een iets grotere Mercedes-Benz Sprinter/Custers minibus met nummer 116.  Eind 2002 werd de dienst op deze lijn gestaakt.

Voor lijn 43, die in van augustus 1995 een (beperkte) verbinding onderhield tussen het metrostation Schenkel en het IJssellandziekenhuis werd van de ZWN een Volkswagen LT50 minibus gehuurd, nr. 125(I). Van juni 1996 tot juni 1999 werd dit gehuurde busje vervangen door een van de opgeheven IntraStadslijn vrijgekomen DAB Silkeborg midi-bus van de RET.

Van december 2008 tot december 2011 was er onder lijn nummer 60 een Wilhelminapiershuttle in exploitatie, waarop een elektrische minibus van Roteb-lease werd ingezet.

Buslijn 50 tenslotte vormde van december 2010 tot december 2014 als Airportshuttle de verbinding tussen de metrostation Meijersplein en Rotterdam The Hague Airport. Ook hier deed een (overigens ongenummerde) Mercedes-Benz Sprinter minibus dienst. Naast deze minibussen reed er bij RET-Tours nog een Mercedes-Benz O614D minibus met nummer 119, alsmede het prototype COAM-bus, nr. 401. Die laatste werd door de RET aanvankelijk ingezet voor groepsvervoer, maar in 1994 ingericht voor rolstoelvervoer (Vervoer op Maat); in 1996 ging deze ‘enkeling’ over naar RET-Tours, waar hij tot 2001 dienst deed. Voor scholierenvervoer werd in 1995 een zestal Mercedes-Benz 410D minibusjes overgenomen van Reyertax uit Ridderkerk. Drie jaar later werden deze busjes al weer overgedaan aan Vreugde-Tours.

In 2003 verbood de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) de activiteiten van RET-Tours. De RET mocht als gemeentelijk bedrijf geen commerciële activiteiten ondernemen omdat de kans groot was dat daarvoor gemeenschapsgeld gebruikt zou worden en dat werd als oneerlijke concurrentie met particuliere bedrijven gezien. Het personeel van RET-Tours kreeg een andere functie binnen de RET en het materieel werd overdragen aan RMC-Tours en aan Vreugde-Tours. Dat bedrijf was overigens in 2000 aan HTM-Specials verkocht, maar ook die tak van het Haagse OV-bedrijf moest stoppen als onderdeel van de HTM.

RMC (Rotterdamse Mobiliteitscentrale) is een taxibedrijf uit Rotterdam. Het bedrijf was oorspronkelijk een dochter van de RET, maar is tegenwoordig onderdeel van de HTM. RMC rijdt enkele buslijnen voor de RET. Sinds februari 2020 rijdt het bedrijf in opdracht van Qbuzz op lijn 491 en de nachtlijnen in concessie DMG. Ook verzorgde RMC tot 1 juli 2020 Mokumflex in opdracht van GVB. Verder heeft het bedrijf een tourafdeling onder de naam RMC-Tours, dat een deel van de boedel van RET-Tours overnam.

 

 

101 DAF/BOVO Futura (BOVO 150) naar Vreugde Tours nr. 41
115 Peugeot Business, bouwjaar 1996 1996 2005 (scholierenvervoer)
116 BH-PS-91 Mercedes-Benz Sprinte/Custers 1999 2006
117
118
119 BD-JG-38 Mercedes-Benz O614D Bolero 1995 2003
120 VR-83-XS DAF/BOVA Futura 1992 2002 retour BOVA
121 VR-80-XS DAF/BOVA Futura 1992 2003 retour BOVA
122 BB-XZ-12 MAN/Orenstein & Koppel, bouwjaar 1980 1995 2001 Tourist Hopper dubbeldekker; Berliner Verkehrs Gesellschaft
123 BV-99-NY Mercedes-Benz 709D, bouwjaar 1990 1995 1998 (101; 123 oud T-00-O2/nieuw BG-HZ-35)
124 BD-NT-88 MAN/Berkhof Axial 1995 2003 naar Estland
125 X-16-41 MAN/Berkhof Axial 1995 2003 naar Vreugde Tours HTM
126 BG-RH-20 DAF/Smit Joure Orion, bouwjaar 1998 1998 2003 naar Vreugde Tours HTM
127 BP-73-ZT DAF-Hainje (ex 318), bouwjaar 1986 2001 2003 (scholierenvervoer)
128 BR-40-DZ DAF-Hainje (ex 319), bouwjaar 1986 2001 2003 (scholierenvervoer)
130 BX-03-JX DAF-Hainje (ex 209), bouwjaar 1984 2001 2003
131 BR-29-DZ DAF-Hainje (ex 320), bouwjaar 1986 2001 2003
132 BK-45-FY DAF-Hainje (ex 205), bouwjaar 1984 2001 2003
133 BK-09-JX DAF-Hainje (ex 210), bouwjaar 1984 2001 2003
134 BP-28-XS DAF-Hainje (ex 312), bouwjaar 1986 2001 2003
135 BP-26-XS DAF-Hainje (ex 313), bouwjaar 1986 2001 2003
136 BP-69-ZY DAF-Hainje (ex 316), bouwjaar 1986 2001 2003
137 BP-69-ZT DAF-Hainje (ex 417), bouwjaar 1986 2001 2003
138 BP-66-YZ DAF-Hainje (ex 315), bouwjaar 1986 2001 2003
139 BD-33-NZ DAF-Hainje (ex 201), bouwjaar 1982 2001 2003
401 BX-70-BR DAF-Hainje (ex 129), bouwjaar 1987 1994 verbouwd voor Vervoer op Maat, 1996 naar RET Tours, 2001 naar RMC (blauw-wit; 129)

Foto’s RET-Tours bussen

RET Tours 119, Mercedes Midibusje, Stationsplein, 6-3-2004

RET Tours 119, Mercedes Midibusje, Stationsplein, 6-3-2004

1995 RET Evenementenvervoer omgevormd naar RET Tours
17-12-1996 experiment mislukt
18-1-1997 mogelijke doorstart voor RET Tours
8-2-1997 RET Tours afgeslankt verder
19-6-1997 RET doorstart succes
25-6-2003 RET Tours moet stoppen
2004 Activiteiten overgenomen door RMC Tours

Klik hier voor de foto’s

* F.J. van Zonneveld: Rotterdam en z’n tram (Rotterdam, 1968)
* H.J.A. Duparc en J.W. Sluiter: Rijden door Rotterdam (Leiden, 1977)
* J.E. Grunveld en E. Duijff: Saurer bussen in Nederland (Drachten, 1998)
* W. Hazet: Veertig jaar RET autobus-exploitatie: het autobussen-wagenpark der Rotterdamse Elektrische Tram (in tijdschrift “Autobuskroniek”, jaargang 1968, pag. 70, 82, 91, 117)